Staatsolie maakt buurtbewoners blij met nieuwe brug

Op vrijdag 15 november 2024 is de nieuwe voetgangersbrug over het Mattonshoopkanaal in gebruik genomen. De bouw van de nieuwe brug is bekostigd door Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. en is een verademing voor de buurtbewoners die dagelijks over de oude brug moesten.

De oude brug verkeerde in een deplorabele staat. Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. besloot, om de veiligheid van de gebruikers te garanderen, enkele meters verwijderd van de oude brug over het Mattonshoopkanaal een geheel nieuwe brug te laten bouwen.

Op 1 oktober 2024 startte de bouw van deze nieuwe voetgangersbrug. De brug verbindt de Adhinstraat met de Duisburglaan en Mattonshooplaan, en is van cruciaal belang voor de bewoners van De Goede Verwachting. Dagelijks maken velen gebruik van de brug, waaronder vooral scholieren. De brug is onder beheer van het ministerie van Openbare Werken, en het project is uitgevoerd in overeenstemming met het ministerie. De oplevering vond plaats in bijzijn van de Algemeen Directeur van Staatsolie, Annand Jagesar, scholieren en andere buurtbewoners, Farida Panka, buurtmanager van Flora, Henri Kia, landelijke coördinator van de buurtmanagers en leden van het projectteam.

Sia (16), een van de scholieren die elke dag te voet naar school gaat en gebruik maakt van de brug zegt: “Ik was bang om over die brug te gaan, want het was kapot en ik dacht ook weleens eraan dat hij zou instorten. Nu ben ik blij met de nieuwe brug.”

Dit project heeft ruim SRD 3 miljoen gekost. Met deze investering onderstreept Staatsolie zijn sociaal- maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij de gemeenschap. “We vinden het belangrijk om onze buurtbewoners te helpen met eventuele noden van algemeen belang. Dus wij hebben het als onze taak gezien om de oude brug die onveilig geworden was, te vervangen. We willen de voorzieningen voor de gebruikers, waaronder veel leerlingen, zoveel als mogelijk aanpakken, zodat zij zich op een ding kunnen focussen: hun best doen op school”, zegt Annand Jagesar.